Bevoegdheden van pandhouder van verpande vorderingen
Het pandrecht is een veel gebruikt zekerheidsrecht in het handelsverkeer. De bank en andere financiers die een lening verstrekken aan de ondernemer zullen vrijwel altijd een vorm van zekerheid willen hebben voor de terugbetaling van de lening. Vaak is dat een pand- of hypotheekrecht. Een pandrecht houdt in dat de bank als eerste betaald wordt uit de opbrengst van het goed waarop het pandrecht is gevestigd. Het pandrecht kan op roerende zaken (zoals inventaris, voorraden, auto’s) rusten, maar ook op de vorderingen op debiteuren. Als het pandrecht op de vorderingen op debiteuren rust en de ondernemer kan de lening niet terugbetalen, dan zal de pandhouder – dit is de bank of een andere financier die de ‘houder’ is van het pandrecht – de vorderingen zelf incasseren en de opbrengst in mindering brengen op de openstaande lening. De pandhouder heeft daarin veel bevoegdheden, maar zij mag niet alles wat de ondernemer ook mag. Bepaalde bevoegdheden blijven bij de ondernemer. De bevoegdheden van de pandhouder zijn dus niet onbeperkt.
Hasan Kaya
Bouw en vastgoed