Werknemer verzoekt om een vast contract. Wat te doen?
De Wet flexibel werken, die in 2016 in werking trad, biedt werknemers de mogelijkheid om een verzoek in te dienen bij hun werkgever om hun werkplek en werktijden aan te passen. Bijvoorbeeld door het doen van een verzoek om thuis te werken of tot het aanpassen van begin- en eindtijden van de werkdag. De wet is er om werknemers te ondersteunen in het vinden van een betere balans tussen werk en privéleven, en om werkgevers te helpen een flexibeler en (naar wordt aangenomen: gelukkiger) personeelsbestand te creëren.
Verzoek om andere vorm van arbeid
In artikel 2b van de Wet flexibel werken is bepaald dat werknemers de werkgever kunnen verzoeken om een andere vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden. Voorbeelden van dit soort verzoeken zijn het vragen om een vast contract of een contract met een vaste arbeidsomvang. Een werknemer kan een dergelijk verzoek indienen als hij of zij minstens een half jaar in dienst is. Het verzoek moet schriftelijk worden gedaan, waarbij duidelijk wordt uitgelegd welke aanpassing gewenst is en waarom deze voor de werknemer belangrijk is.
De werkgever is gehouden om schriftelijk en gemotiveerd te reageren op het verzoek met een afwijzing of een toewijzing. Een werkgever met meer dan 10 werknemers moet binnen één maand reageren op het verzoek en voor de werkgever met minder dan 10 werknemers geldt een reactietermijn van drie maanden. Let op: als de werkgever niet binnen de termijn reageert, dan wordt het verzoek automatisch goedgekeurd.
Onlangs heeft de kantonrechter van de rechtbank Limburg geoordeeld dat een werkgever heeft nagelaten om een verzoek om een vast contract schriftelijk en gemotiveerd af te wijzen (uitspraak).
Wat was er aan de hand?
Werkneemster is sinds 9 november 2021 in dienst als verkoopmedewerkster in Outletcentre Roermond. De arbeidsovereenkomst is tweemaal verlengd en het laatste contract liep tot 8 augustus 2023. Op 20 juni 2023 heeft werkneemster schriftelijk verzocht haar contract om te zetten in een vast contract. Op 7 juli 2023 krijgt werkneemster van haar werkgever te horen dat haar tijdelijke contract niet wordt verlengd en haar contract eindigt per 8 augustus 2023.
Werkneemster was van mening dat haar tijdelijke contract was omgezet naar een vast contract. Werkgever was het hier niet mee eens en vond dat de melding dat het tijdelijke contract niet werd verlengd een impliciete afwijzing was van haar verzoek om een vast contract. De kantonrechter oordeelde echter dat deze melding niet als een schriftelijke reactie op het verzoek van werkneemster kon worden gezien, omdat er niets over het verzoek werd gezegd in de melding. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst automatisch werd omgezet naar een vast contract en dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 8 augustus 2023 niet rechtsgeldig was.
Ondanks deze bijzonder strenge toets loopt het voor de werkgever in deze zaak toch goed af. Het dienstverband wordt niet hersteld en blijft de arbeidsovereenkomst ontbonden. De reden hiervoor is dat werkneemster binnen de wettelijke termijn had moeten reageren op de onterecht gegeven opzegging van haar arbeidsovereenkomst. Deze termijn is twee maanden na einddatum van het contract. Werkneemster diende haar verzoekschrift echter pas op 2 november 2023 in bij de rechtbank, wat te laat was. Bovendien heeft werkneemster nooit haar arbeid aangeboden aan de werkgever en was ze vanaf 1 september 2023 al in dienst bij een andere werkgever.
Uit deze uitspraak volgt dat het als werkgever belangrijk is om tijdig en op juiste wijze te reageren op het verzoek van een werknemer om een andere vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden. Daarbij zij nog opgemerkt dat verzoeken om een vast aantal uren te bepalen bij oproepcontracten niet zomaar kunnen worden afgewezen.
Heeft jouw werknemer een verzoek gedaan om een vast contract of heb je andere vragen over de Wet flexibel werken? Neem dan contact op met Ali Arslan, Lot Hirdes of Hazal Cengiz.