De bedenktermijn in de vaststellingsovereenkomst
Een werkgever en een werknemer kunnen er voor kiezen de arbeidsovereenkomst te beëindigen met wederzijds goedvinden. Dat wordt gedaan met een zogenoemde vaststellingsovereenkomst. Als een werknemer wil terugkomen op dat besluit, heeft hij 14 dagen de mogelijkheid om de vaststellingsovereenkomst schriftelijk en zonder opgaaf van reden te herroepen. Na die termijn is de vaststellingsovereenkomst definitief overeengekomen. Maar vanaf welk moment begint de bedenktermijn van 14 dagen te lopen?
De wet zegt dat de termijn begint te lopen na de datum waarop vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen. Maar wanneer is zo’n vaststellingsovereenkomst nou definitief tot stand gekomen? Hierover kan veel gediscussieerd worden, maar dat is niet nodig, want de rechter heeft daar duidelijkheid over gegeven.
Nadat de wet net van kracht was geworden, oordeelde de kantonrechter te Rotterdam in 2016 dat de termijn start op het moment dat de vaststellingsovereenkomst is ondertekend (uitspraak). In 2017 kwam de rechter te Amsterdam alweer tot een ander oordeel. Namelijk, dat de termijn start vanaf het moment dat de werknemer het voorstel van de werkgever schriftelijk (in dit geval per e-mail) had aanvaard. Na die uitspraak is dat oordeel door meerdere rechters overgenomen, onder andere in april 2024 door de kantonrechter te Rotterdam (uitspraak). In die zaak was de gemachtigde van de werknemer op 20 februari 2024 ondubbelzinnig en zonder het maken van een voorbehoud akkoord gegaan met de tekst en de inhoud van de vaststellingsovereenkomst. De rechter oordeelde dat vanaf dat moment de bedenktermijn van 14 dagen was gestart. Werknemer deed in deze zaak op 6 maart 2024 een beroep op de bedenktermijn, maar dat was te laat en de arbeidsovereenkomst was dus definitief beëindigd.
Als in een vaststellingsovereenkomst iets anders is afgesproken, bijvoorbeeld dat de bedenktermijn start op het moment van ondertekenen, dan heeft die afspraak voorrang. Dan gaat de termijn dus pas lopen vanaf het moment van ondertekenen. Zo oordeelde de rechtbank Rotterdam in 2019.
Het ligt op de weg van de werkgever om de werknemer te informeren over de bedenktermijn van 14 dagen en dat in de vaststellingsovereenkomst op te nemen. Als de werkgever dat niet doet, wordt de termijn verlengd en geldt een bedenktermijn van 21 dagen voor de werknemer. Let er dus goed op dat de termijn juist is opgenomen in de vaststellingsovereenkomst.
Heb je hulp nodig bij het opstellen of beoordelen van een vaststellingsovereenkomst of heb je andere vragen op het gebied van arbeidsrecht? Neem dan contact op met Lot Hirdes, Ali Arslan, Hazal Cengiz of Bowien Ravesteijn.