Alimentatie voor jongmeerderjarigen (18-21)

Wat zegt de wet?

Kinderen tussen 18 en 21 jaar worden jongmeerderjarigen genoemd. Volgens de wet moeten ouders bijdragen aan de kosten van levensonderhoud en studie van hun jongmeerderjarige kinderen.

Behoefte jongmeerderjarige: de WSF-norm als uitgangspunt

Hoeveel de ouders zouden moeten bijdragen aan de kosten van levensonderhoud en studie van hun jongmeerderjarige kinderen is afhankelijk van de behoefte van het kind. De behoefte van de jongmeerderjarige is het bedrag dat hij of zij nodig heeft om in zijn of haar kosten te kunnen voldoen. Voor het bepalen van de behoefte wordt de WSF-norm (Wet Studiefinanciering) als uitgangspunt genomen.

Belangrijke factoren bij het bepalen van de behoefte (binnen de WSF-norm)

Opleidingsniveau en woonsituatie

Het niveau (MBO/HBO/WO) en de woonsituatie van de jongmeerderjarige zijn belangrijke factoren bij het bepalen van de behoefte van de jongmeerderjarige. Zo zal voor de thuiswonende doorgaans gelden dat er minder kosten gemaakt moeten worden (denk aan huur en vaste lasten), waardoor de behoefte aan een bijdrage vanuit de ouders lager uitvalt. Voor de thuiswonende studenten geldt daarom veelal een correctie (verlaging op de behoefte), bijvoorbeeld ter hoogte van de gemiddelde basishuur.  

Inkomsten van het kind

Een jongmeerderjarige is niet verplicht om zelf inkomen te verdienen. Wel kan een (bij)baantje van een jongmeerderjarige de behoefte verlagen. Het moet dan veelal gaan om inkomsten die als structureel en substantieel zijn aan te merken. Een voorbeeld is een jongmeerderjarige die al langere tijd 20 uur per week werkt in een kledingwinkel en het aannemelijk is dat dit nog even zo blijft.

Zorgtoeslag en zorgverzekeringspremie

Zorgtoeslag en zorgverzekeringspremie spelen geen rol (meer) bij de berekening van de behoefte van een jongmeerderjarige, omdat deze inkomsten/kosten al zijn verdisconteerd in de WSF-norm.

Studiefinanciering

De studiefinanciering van de jongmeerderjarige kan onder omstandigheden de behoefte verlagen. In het algemeen zijn de basisbeurs en de aanvullende beurs behoefte verlagend omdat het veelal de onderhoudskosten van de student dekt en omdat van een student mag worden verwacht dat hij of zij de studie binnen een redelijke termijn afrondt.  

Conclusie

Als beide ouders samen voldoende draagkracht (de mate waarin zij financieel in staat zijn om bij te dragen) hebben om in de behoefte van de jongmeerderjarige te voorzien, zijn zij verplicht om ieder naar rato van hun draagkracht bij te dragen.

Bij het bepalen van de behoefte spelen dus verschillende factoren een rol. De berekening van de hoogte van de behoefte van de jongmeerderjarige en hoeveel ieder ouder moet bijdragen vraagt om maatwerk; elke situatie is namelijk weer anders, het is daarom bij vragen raadzaam om een specialist te raadplegen.

Neem gerust contact op met Dijle Şimşek of Colina Tjabringa.