Schade bij beroepsfouten accountant
In oktober 2021 moest de rechtbank Den Haag oordelen over de vraag of beroepsfouten van een accountant leiden tot schade bij banken. En vervolgens over de vraag of en in hoeverre de schade door de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar moet worden vergoed. De beroepsfouten van de accountant betroffen een zeer ernstig tekortschieten in zijn controlewerkzaamheden, met als gevolg grove fouten in de jaarrekeningen.
Wat was er aan de hand?
FGH Bank, Friesland Bank en Rabobank (hierna: de Banken) hebben in de periode tussen 2008 en 2011 financieringen verstrekt aan ondernemingen uit de zogenoemde “Eurocommerce groep” (hierna: Eurocommerce) voor een gezamenlijk bedrag van ongeveer € 300 miljoen. Bijna alle Eurocommerce-ondernemingen zijn in 2012-2013 failliet verklaard en de Banken zien hun vorderingen dus (grotendeels) in rook opgaan.
De accountant van Eurocommerce heeft in de jaren voorafgaand aan het faillissement diverse malen goedkeurende verklaringen afgegeven. De Accountantskamer heeft geoordeeld dat de accountant daarbij in zeer ernstige mate in zijn controlewerkzaamheden tekort is geschoten.
De accountant was verzekerd bij Nationale Nederlanden. Het verzekerd bedrag bedroeg € 4.538.000 per aanspraak en de jaarlimiet was twee keer dit bedrag, dus € 9.076.000.
In de procedure bij de rechtbank Den Haag stellen de Banken zich op het standpunt dat zij schade hebben geleden. Zij zijn namelijk afgegaan op de door de accountant goedgekeurde jaarrekeningen van Eurocommerce en hebben op basis daarvan beslissingen genomen over de financiering van en aan Eurocommerce.
De Banken vorderen dat Nationale Nederlanden, als beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van de accountant, deze schade aan hen vergoedt. De Banken stellen zich op het standpunt dat hun schade ten minste het jaarlimiet van € 9.076.000 bedraagt.
Het oordeel van de rechtbank Den Haag
De rechtbank behandelt de zaak aan de hand van vier stappen:
- Wat moeten de banken aantonen?
- Wat is het belang van de jaarrekening voor de banken?
- Is een beroepsfout gemaakt bij de jaarrekening 2010, 2009 en 2008 en heeft dit geleid tot schade?
- Is sprake van eigen schuld van de banken?
Stap 1
Volgens de rechtbank moet de vraag worden beantwoord wat de Banken zouden hebben gedaan in het hypothetische geval dat de jaarrekening of jaarrekeningen van Eurocommerce wel volgens de regels door de accountant waren gecontroleerd voordat deze werden goedgekeurd. Zouden de Banken Eurocommerce wel, niet, minder of onder andere voorwaarden hebben gefinancierd? En als dat zo is, dan is de vraag of de Banken schade hebben geleden en wat de hoogte is van die schade.
Aan de hand van de volgende stappen worden de vervolgvragen/stappen beantwoord.
Stap 2
De Banken hebben gezegd dat de jaarrekeningen van Eurocommerce voor hun van groot belang waren. Nationale Nederlanden zegt dat de banken niet afhankelijk waren van de jaarrekening, omdat zij zelf regelmatig taxaties lieten uitvoeren, zij rechtstreeks contact hadden met het bestuur en zij op de rekeningen precies zagen wat de inkomsten waren van Eurocommerce. Ook zonder de jaarrekeningen wisten de Banken heel goed hoe Eurocommerce ervoor stond, volgens Nationale Nederlanden.
In reactie daarop hebben de banken gesteld dat zij de jaarrekeningen nodig hadden om een volledig beeld te krijgen van de financiële positie van Eurocommerce.
De rechtbank geeft de Banken op dit punt gelijk. Volgens de rechtbank is het voldoende komen vast te staan dat de jaarrekeningen voor de banken van groot belang waren voor het wel of niet verstrekken van de financiering en het bepalen van de voorwaarden. De rechtbank gaat er daarbij vanuit dat de Banken hun financieringsbeslissingen (mede) hebben gebaseerd op het financiële plaatje zoals dat volgde uit de jaarrekeningen.
Stap 3
Onder verwijzing naar het oordeel van de Accountantskamer oordeelt de rechtbank dat de accountant een beroepsfout heeft begaan. De vervolgvraag is of de Banken als gevolg van die fout schade hebben geleden. De Banken hebben namelijk gesteld dat als zij hadden geweten dat ABN AMRO bank de financieringen had beëindigd, zij actie hadden ondernomen. Deze beëindiging had kunnen (en moeten) blijken uit de jaarrekening. De accountant had echter ten onrechte een krediet van ABN AMRO bank van € 240 miljoen niet overgeheveld naar kort vreemd vermogen, terwijl ABN AMRO bank dit krediet had opgeëist. In plaats daarvan had de accountant het krediet opgenomen als lang vreemd vermogen. Als de accountant deze fout niet had gemaakt, zouden de banken weten dat Eurcommerce in doodsnood verkeerde.
De rechtbank vindt dit verhaal van de Banken aannemelijk.
Verder had de accountant een voorziening huurgaranties in de jaarrekening over 2009 opgenomen die te laag was, zodat deze jaarrekening geen waarheidsgetrouw beeld gaf van de financiële situatie van Eurocommerce. De Banken hebben hieromtrent betoogd dat de jaarrekening zonder de beroepsfout van de accountant een aanzienlijk verlies zou hebben weergegeven. Daarmee zou Eurocommerce niet meer voldoen aan de eisen die de Banken stellen aan het verstrekken van leningen en zouden de leningen niet, of onder andere voorwaarden zijn verstrekt.
De rechtbank oordeelt dat de Banken ook dit punt voldoende aannemelijk hebben gemaakt.
Wat betreft de hoogte van de schade hebben de Banken aannemelijk gemaakt dat deze fouten en de aanspraken die daaruit voortvloeien de verzekerde som per aanspraak van € 4.538.000 overstijgen. Met de twee aanspraken zoals hiervoor genoemd, dat wil zeggen 2x € 4.538.000, wordt uitgekomen op het gemaximeerde schadebedrag van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van € 9.076.000.
Stap 4
De vraag is of de door de Banken geleden schade nog moet worden verminderd als gevolg van eigen schuld aan de zijde van de Banken. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is. Nationale Nederlanden heeft – tevergeefs – betoogd dat de Banken het in de praktijk niet zo nauw namen met de eisen die zij aan Eurocommerce stelden, maar daar gaat de rechtbank dus niet in mee.
Conclusie
De conclusie is dat de vorderingen van de Banken worden toegewezen, omdat de Banken door de beroepsfouten van de accountant schade hebben geleden. Omdat de banken in ieder geval twee aanspraken hebben onder de polis en de schade per aanspraak minimaal de verzekerde som per aanspraak van € 4.538.000 overschrijdt, moet Nationale Nederlanden de volledige jaarlimiet van € 9.076.000 uitkeren, min de door Nationale Nederlanden gemaakte kosten van verweer en het eigen risico van € 9.076 (op basis van de polisvoorwaarden).
Accountants moeten scherp zijn bij het goedkeuren van de jaarrekening. Als er fouten in de jaarrekening blijken te staan, terwijl de accountant deze heeft goedgekeurd, kan dit leiden tot beroepsfouten voor de accountant met aansprakelijkheid voor de schade als gevolg.
Klik hier voor een link naar de uitspraak van de rechtbank Den Haag.