Benadeling van schuldeisers via juridische splitsing
Soms kom je er achter dat de manier waarop je je onderneming hebt ingericht niet optimaal is. Een onderneming groeit bijvoorbeeld zo dat er beter een splitsing van de werkzaamheden kunnen worden gemaakt. Of een onderneming komt in zwaar weer in zwaar weer te verkeren, waardoor het beter is om een bepaalde bedrijfstak te verkopen. Ook fiscale aspecten kunnen hierbij een rol spelen. Er bestaat dan een mogelijkheid om je onderneming opnieuw in te richten. Dit heet een herstructurering. Een manier om een herstructurering vorm te geven, is via een juridische splitsing. Met een juridische splitsing kunnen in een relatief korte tijd bepaalde onderdelen van een onderneming worden afgezonderd of afgestoten. Ondanks het feit dat de juridische splitsing een relatief eenvoudige manier is om te herstructureren, is het toch zaak om daarbij doordacht te werk te gaan.
Zo blijkt ook uit de zaak die ten grondslag ligt aan een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 1 mei 2024. In die zaak maakten bestuurders gebruik van de juridische splitsing. Hier werden de bestuurders door de rechtbank daar op afgerekend, omdat zij met de juridische splitsing de schuldeisers hebben benadeeld. De rechtbank oordeelde dat zij door de splitsing een onrechtmatige daad hadden gepleegd. In dit artikel worden de zaak en het oordeel van de rechtbank nader toegelicht.
De casus
In de zaak speelde het volgende. Een Nederlandse onderneming die zich bezighoudt met groenteteelt in kassen, wordt door de FAVV (de Belgische equivalent van de NVWA) op de vingers getikt voor het overtreden van diverse EU-regels op o.a. het gebied van hygiëne en gewasbescherming. Later wordt de onderneming door de FAVV verboden om producten van haar Belgische vestigingen op de markt te brengen. Daar trekt de onderneming zich echter niets van aan, waarop de FAVV met succes bij de Belgische rechter vordert dat de Nederlandse onderneming zich aan haar maatregelen moet houden en dat deze anders een dwangsom moet betalen. De onderneming lapt deze uitspraak echter aan haar laars en gaat door met haar handelswijze. Hierdoor raakt zij uiteindelijk een bedrag van meer dan 3 miljoen euro aan dwangsommen aan de FAVV verschuldigd.
Op de algemene vergadering besluit de Nederlandse onderneming vervolgens over te gaan tot een juridische splitsing. Er wordt een nieuwe vennootschap opgericht met dezelfde naam, die via de afsplitsing alle waardevolle activa verkrijgt. Op het moment dat FAVV na de splitsing haar schuld wil innen bij de onderneming, heeft de Nederlandse onderneming (oud) als gevolg van de splitsing geen geld meer om de schuld te betalen.
Daarop stapt de FAVV naar de rechtbank Rotterdam. De FAVV vordert daar onder andere dat de Nederlandse onderneming (oud) en de Nederlandse onderneming (nieuw) samen met hun aandeelhouders en (feitelijk) bestuurders een schadevergoeding aan de FAVV moeten betalen. De FAVV vindt namelijk dat de gedaagden met de juridische splitsing onrechtmatig tegen haar hebben gehandeld, door er doelbewust voor te zorgen dat de Nederlandse onderneming (oud) de schuld aan de FAVV niet meer kon betalen.
De rechtbank
De oude en nieuwe Nederlandse onderneming en haar aandeelhouders en bestuurders stellen bij de rechtbank in de eerste plaats dat de juridische splitsing niet plaats heeft gevonden met het oog op benadeling van de FAVV, maar doordat na verloop van tijd duidelijk werd dat de bedrijfsrisico’s in België groter waren dan in Nederland.
De rechtbank maakt korte metten met het verweer van gedaagden. Volgens de rechtbank is er met de splitsing door gedaagden doelbewust een sterfhuis gecreëerd. Dat is een onderneming waarin alleen schulden of verlieslatende onderdelen worden achtergelaten, nadat de gezonde of winstgevende onderdelen zijn overgedragen. In deze zaak bleef in de Nederlandse onderneming (oud)(vrijwel) alleen de schuld uit de dwangsommen aan de FAVV achter, waarmee er dus sprake was van een sterfhuis. Door de splitsing hebben partijen alle waardevolle goederen van de oude Nederlandse onderneming ontnomen, waarmee de verhaalsmogelijkheden van de FAVV doelbewust zijn beperkt.
De Nederlandse onderneming (oud), de Nederlandse onderneming (nieuw), hun aandeelhouders en bestuurders worden allemaal – ieder voor zich – veroordeeld tot het betalen van de schade als gevolg van hun handelen, waaronder dus ook de (feitelijke) bestuurders. De (feitelijke) bestuurders wordt een persoonlijk ernstig verwijt gemaakt van hun handelswijze in deze zaak, waardoor ze persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schade van FAVV.
Conclusie
Uit deze uitspraak blijkt dat hoewel een juridische splitsing een relatief snelle manier kan zijn om vermogensbestanddelen van je bedrijf af te zonderen of te vervreemden, het wel van belang kan zijn als bestuurder om na te gaan of met de splitsing geen schuldeisers onrechtmatig worden benadeeld in hun verhaalsmogelijkheden. Dit kan namelijk persoonlijke aansprakelijkheid tot gevolg hebben, zelfs als je geen formele bestuurder bent. De feitelijk bestuurder die samen met de formele bestuurder is opgetrokken en deze benadeling van schuldeisers (mede) heeft toegestaan, is ook persoonlijk aansprakelijk.
Verkeer je in zwaar weer met je onderneming en heb je behoefte aan bijstand bij een herstructurering? Of wil je graag advies over jouw aansprakelijkheidspositie als bestuurder? Onze specialisten staan je graag bij. Neem contact op met Ali Arslan, Hasan Kaya, Linzy Sieljes, Bowien Ravesteijn of Asse Visscher.