Wettelijke grondslag voor WHOA-beleid UWV ontbreekt
Het UWV stopt de subsidierelatie met een onderneming als deze een NOW-schuld meeneemt in een WHOA-akkoord. Volgens het UWV is het daarna niet meer mogelijk om alsnog een vaststellingsaanvraag in te dienen over de betreffende NOW-tranche. Dat beleid kan niet geoorloofd worden volgens de rechtbank van Amsterdam.
De NOW-regeling
Veel ondernemingen hebben in de coronaperiode gebruikgemaakt van de NOW-regeling. Als er NOW-voorschotten zijn ontvangen, dan moet het voorschot op enig moment definitief worden vastgesteld. Deze definitieve vaststelling kan ertoe leiden dat er een bedrag aan NOW moet worden terugbetaald aan het UWV. Er ontstaat dan een NOW-schuld. Die NOW-schuld zien we veel terug in WHOA-trajecten en dat maakt het UWV een belangrijke schuldeiser in zo’n traject.
Kwijtschelding NOW-schuld
Het UWV heeft op haar website een beleid gepubliceerd over hoe zij omgaat met eventuele kwijtschelding van een NOW-schuld. Het uitgangspunt van het UWV is dat er in principe geen kwijtschelding wordt verleend. Daarop zijn er twee uitzonderingen:
1. Via een WHOA-traject; of
2. Via een bestuursrechtelijk kwijtscheldingsverzoek.
De uitspraak van de rechtbank Amsterdam
De uitspraak van de rechtbank Amsterdam geeft een voorbeeld van waarin kwijtschelding via een WHOA-traject wordt geprobeerd te bereiken. In die casus had de onderneming NOW aangevraagd voor verschillende perioden (tranches):
• NOW 1 en 2: verzoeken tot vaststelling zijn ingediend en de subsidie is door UWV vastgesteld.
• NOW 3 t/m 6: verzoeken tot vaststelling zijn ingediend, maar het UWV moet hierop nog beslissen.
• NOW 7 en 8: de aanvragen voor deze perioden zullen uiterlijk eind januari 2023 worden ingediend.
Standpunten onderneming en het UWV
Dit betekent dat de hoogte van de subsidie voor periode 3 t/m 8 nog niet vaststaat. Wel moet het UWV voor een bepaald bedrag aan NOW-schuld in het WHOA-akkoord worden opgenomen. Dat betekent dat er voor die perioden een schatting moet worden gemaakt. Voor de schatting heeft de onderneming in kwestie gebruikgemaakt van de rekentool van het UWV.
Het UWV is het hier niet mee eens. Zij zegt: de schuld moet worden opgenomen voor het vastgestelde bedrag van NOW 1 en 2 en voor NOW 3 t/m 8 voor het volledig verstrekte voorschot.
Verder zegt het UWV: wij hebben beleid gemaakt. Dat beleid houdt in dat als de NOW-schuld wordt meegenomen in een WHOA-traject, dat er dan een einde komt aan de subsidierelatie met de onderneming. Volgens het UWV is het daarna niet meer mogelijk om alsnog een aanvraag tot vaststelling in te dienen over de betreffende NOW-tranche.
Het oordeel van de rechtbank
Over de schatting van de hoogte van de vordering oordeelt de rechtbank dat het bedrag wat de onderneming noemt, het bedrag is waar in de stemming over het akkoord rekening mee moet worden gehouden. De rechtbank noemt eerst dat het niet aan de rechter is om de geldigheid van een vordering te toetsen. De rechter kan alleen bepalen voor welk bedrag een schuldeiser in de stemming over een WHOA-akkoord moet worden opgenomen. Dat oordeel zegt niks over de vaststelling van de vordering of over het recht. Ervan uitgaande dat de onderneming gebruik heeft gemaakt van de tool van het UWV voor het maken van de schatting, en een accountant de berekening heeft gecontroleerd, is het in dit geval juist om het UWV voor die schatting mee te nemen in de stemming.
Over het beleid van het UWV is de rechtbank glashelder: de rechtbank kan het UWV hierin niet volgen. Er is geen wettelijke grondslag om de subsidierelatie te beëindigen op het moment dat een vordering in een WHOA-akkoord wordt meegenomen. Zolang de onderneming aan de voorwaarden voldoet, moet het UWV op vaststellingsaanvragen beslissingen nemen. Ook in het geval van een faillissement van een onderneming mag deze onderneming nog steeds vaststellingsaanvragen doen. Dat gebeurt in de praktijk ook veel. De conclusie van de rechtbank op dit punt:
“Niet valt in te zien waarom de subsidierelatie zou kunnen worden beëindigd in het geval van het betrekken van een vordering in een WHOA-procedure. Een wettelijke basis daarvoor ontbreekt.”
Conclusie
Het UWV wordt door de rechtbank Amsterdam teruggefloten. Een wettelijke grondslag voor het beleid van het UWV ontbreekt. Inmiddels lijkt het UWV haar beleid te hebben aangepast. Waarschijnlijk zal er in de toekomst vaker door rechters worden geoordeeld over hoe om te gaan met NOW-schulden in WHOA-zaken.
Heb jij hulp nodig bij het herstructureren of saneren van bedrijfsschulden? Of heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten Ali Arslan, Jelle Damstra, Hasan Kaya of Linzy Sieljes.